WOESTE SCHOONHEID: hoe McQueens’ VOSS de modewereld choqueerde
Jaren nadat hij zijn tragische einde vond, wordt Alexander McQueen nog steeds gezien als misschien wel de meest choquerende, rebelse en geniale modeontwerper die ooit heeft geleefd. Zijn 2001 lente/zomer show, VOSS, is in mijn ogen zijn meest indrukwekkende en prachtige werk. VOSS is een agressief, rebels meesterwerk dat overvol is met McQueens’ kenmerkende wrede schoonheid.
Om deze show echt te kunnen begrijpen, is het belangrijk om te weten wat er rond die tijd speelde voor de ontwerper. Hij was net losgekomen van een rampzalige en controversiële periode als creatief directeur bij Givenchy. Zijn avant-gardistische ontwerpen en provocerende shows vielen, om het maar zacht uit te drukken, niet in de smaak bij de conservatieve clientèle van Givenchy. Hubert de Givenchy beschreef McQueens’ tijd bij het modehuis dan ook als een “een totaal fiasco”.
McQueen moest nu wennen aan de enorme eenzaamheid van werken voor zijn eigen label. Waar hij eerder werd omringd door een groot team, stond hij nu alleen. Die eenzaamheid vrat weg aan zijn ziel, en dat bleef niet zonder gevolgen. Hij verloor een aanzienlijke hoeveelheid gewicht, ondernam verscheidene cosmetische procedures, allemaal om te voldoen aan een industrie die hem haatte en belachelijk maakte. Hij voelde zich een eenzaam dier, opgesloten in een koude, kille kooi, omringd met toeschouwers die hem bespuugden, uitscholden en afval naar zijn hoofd gooiden. Uit al deze rauwe emoties putte hij de inspiratie voor zijn lente/zomercollectie van 2001.
Op de dag van de show werden alle grote namen van de modewereld een kamer binnengeleid, waar een enorme glazen doos in het midden stond. Felle lichten schenen op de doos, zodat het niet mogelijk was om door het glas te kijken. Toen iedereen eenmaal zat en de show zou moeten beginnen, gebeurde er … helemaal niets.
McQueen liet het publiek bijna een uur lang wachten, terwijl hij via camera’s toekeek hoe ze steeds zichtbaarder ongemakkelijk werden. Voor een uur werden ze gedwongen om naar hun eigen reflectie staren, met dezelfde kritische, scherpe blikken die ze normaal op de modellen zouden werpen. En toen, plotseling, begon de show.
De lichten buiten gingen uit, de lichten in de doos aan, en het publiek kon nu door de dubbelzijdige spiegel kijken. De binnenkant van de doos leek op een gesticht, met spierwitte, zachte muren. In het midden stond nog een doos, gemaakt van bruin glas, die iets leek te verbergen. De show begon. Door de dubbelzijdige spiegel verschenen modellen, die zich tegen het glas aan drukten om naar buiten te kijken. Hun blikken waren leeg; ze keken enkel hun eigen reflectie aan en konden het publiek niet zien.
Het gehele ontwerp van de set, samen met de soundtrack en de manier waarop de modellen zich gedroegen in de doos, was zorgvuldig uitgedacht om het gevoel van pure doodsangst over te brengen die McQueen dagelijks ervoer. De manier waarop de modellen liepen en zich tegen het glas aandrukten, droeg allemaal bij aan een gevoel van waanzin en angst.
In het kort draaide deze show om verschillende thema’s, waaronder McQueens visie op de modewereld, zijn eigen emoties en mentale problemen, en voornamelijk schoonheid. Wrede, woeste schoonheid. De naam van de show leidt hier ook op terug; Voss is een stadje in Noorwegen dat bekend staat om zijn natuurlijke schoonheid. Wat maakt iets mooi, en wie zijn wij om te bepalen wat wel of niet mooi is? McQueen bood ons in deze show een nieuwe, meer agressieve benadering van schoonheid. De kleding leek een soort energie uit te stralen. Door gebruik te maken van strakke, scherpe lijnen en proporties die alleen intimiderend kunnen worden genoemd, gaf McQueen vorm aan zijn persoonlijke kwellingen.
Een belangrijk motief dat hij gebruikte om dit te illustreren, is het gebruik van natuurlijke materialen. Ensembles gemaakt van afgeworpen schelpen, mos, levende planten, pauwenveren en opgezette dieren kwamen allemaal voorbij. Een voorbeeld hiervan was een kimono-achtig jasje, waarop met zijdedraad florale motieven waren geborduurd, die gecombineerd werd met een hoofdstuk, waarop amaranten waren aangebracht. Dit deed ook denken aan een dwangbuis, wat perfect aansloot bij het motief van waanzin dat door de gehele collectie heen gold.
Een ander voorbeeld was een jurk, volledig gemaakt uit schelpen die waren gevonden op het strand van Norfolk. Deze werd uit elkaar getrokken door Erin O’Connor op de catwalk, waarbij ze verwondingen opliep. Dit kleine stukje performance art tijdens de show vormde het perfecte metafoor voor McQueens ervaringen tot dat moment; het krijgen van een opdracht om jezelf naakt te strippen, puur en alleen omdat iemand anders dat van je eist. McQueen wilde met dit werk ook commentaar geven op de vergankelijkheid van kleding en fashion:
“The shells had outlived their usefulness on the beach, so we put them to another use on a dress. Then Erin came out and trashed the dress, so their usefulness was over once again. Kind of like fashion, really.”, aldus McQueen.
Een andere look die hierbij aansluit, is een jurk met opgezette vogels die bijna de jurk kapot lijken te trekken. Dit kan ook worden geïnterpreteerd als de overwinning van de natuur op de overdadige en vergankelijke aard van mode.
Ook werden er chrysanten als decoratieve elementen gebruikt, droeg Kate Moss een lijfje dat bijna begroeid leek te zijn door veren en werden oesterschelpen gefuseerd met een hergebruikt Japans zijden scherm voor een van de looks.
Een ander belangrijk motief in deze show zijn de verwijzingen naar psychiatrische instellingen. Mentale gezondheid, angst, stress en het gevoel van opgesloten zitten waren de drijvende krachten achter deze show. Hij verwerkte elementen zoals dwangbuizen in zijn ontwerpen, microscoopplaatjes bedekt met bloed en verwijzingen naar de spelletjes die in de gemeenschappelijke ruimte van een psychiatrische instelling te vinden zouden zijn. Patiënten zouden na een tijdje zo verveeld raken van dezelfde puzzels van Beierse kastelen en kaarten dat ze er op nieuwe manieren mee zouden spelen. Op eenzelfde manier maakte McQueen bijvoorbeeld schouderstukken van de legpuzzels van kastelen, en gebruikte speelkaarten om bloemen te creëren.
Net zoals McQueen zich aanpaste en onder het mes ging om de priemende blikken van de modewereld te verzachten, leken de modellen ook net van een operatietafel af te komen. Hun hoofden waren ingewikkeld in wat leek op verband.
De show werd afgesloten met een indrukwekkende en dramatische look. Erin O’Connor keerde terug voor een encore in een dramatisch ensemble van rood geverfde pauwenveren, en een bovenstuk gemaakt van tientallen microscoopplaatjes bedekt met een rode vloeistof, waarmee hij preparaten met bloed emuleerde. McQueen voegde hierbij deze quote toe:
“Onder elke laag huid vind je bloed.”
Nadat alle modellen weg waren, en de show over leek te zijn, was er plotseling een hartslag in de ruimte te horen. De doos in het midden van de kamer leek te gloeien, en na een crescendo van geluid en licht, klapte de doos open. De glazen platen braken op de vloer, en wat binnen schuilde, werd onthuld. In de doos lag journalist en plussizemodel Michelle Olley naakt, aangesloten op een ademhalingsapparaat en bedekt met levende motten, een recreatie van het werk Sanitarium van Joel-Peter Witkin.
Wie bepaalt wat mooi is en wat niet?
0 reacties