Leestips voor virale tijden

Gepubliceerd door Luuk Spee op

Dürer, Ambramovic, Rembrandt en Leyster, in het museum vliegen de namen van kunstenaressen en kunstenaars je om de oren. Maar, wie waren toch deze getalenteerde mensen? Los van een zelfportretje hier en daar blijft het wel en wee van de maker vaak wat op de achtergrond. Gelukkig hebben veel kunstenaars hun best gedaan om ook schriftelijk het een en ander na te laten: dagboeken, brieven, memoires, een manifest of een vermelding van een achterstallige betaling bij de plaatselijke kroeg. Op deze manier kunnen we meer te weten kunnen komen over wie zij waren, hoe zij zichzelf zagen en wat zij deden als ze niet in de weer waren met penselen, beitels en etspersen. En zeg nou zelf, als echte kunstbewonderaar wil je toch alle ins en outs van jouw idolen boven tafel krijgen?

Daarom licht de ARTillerie vandaag drie primaire bronnen, geschreven door kunstenaars, voor jou uit. Allemaal lezen ze relatief makkelijk en ze zijn voor niet al te veel geld – soms zelfs gratis – nieuw of tweedehands te verkrijgen. Zo kun jij je in ieder geval met voldoende leesvoer door deze virale tijden heen worstelen. Veel leesplezier!

‘De Brieven van Peter Paul Rubens’ (1577-1640), samengesteld door Leen Huet (Nederlandstalig, 2006).
Waar kan ik het vinden? Tweedehands te bestellen bij Bol.com en boekwinkeltjes.com.
Rubens ken je natuurlijk van zijn barokke schilderijen vol drama, vlees en felle kleuren. Dat is alleen niet alles waar de Antwerpse meester zich doorheen zijn leven mee bezighield. Rubens was ook een kundig diplomaat, zakenman en wetenschapper. Daarnaast onderhield hij contact met de beaumonde van zeventiende-eeuws Europa. In zijn brieven lees je veel over deze correspondenties, maar je komt er ook achter waar hij zich naast het schilderen voor interesseerde en hoe hij omging met zijn opdrachtgevers. De brieven van Rubens zijn dus uitermate interessant als je meer te weten wilt komen over deze bijzondere ‘gentleman-kunstenaar’, maar ze geven ook een goed tijdsbeeld van de woelige jaren die het begin van de zeventiende eeuw kenmerkten.

Afbeelding: Peter-Paul Rubens, Portret van de kunstenaar met zijn vrouw in een prieel van kamperfoelie, 1609, olieverf op doek, 178 x 136,5 cm, Alte Pinakothek München

‘De Memoires van Élisabeth Louise Vigée Lebrun’ (1755-1842).
Waar kan ik het vinden? Amazon (Engelstalig, 2010) , maar je kan hem ook gratis op het internet lezen (Engelstalig, 1903): https://digital.library.upenn.edu/…/memoirs/memoirs.html
Aan het einde van haar leven zette de schilderes Elisabeth Louise Vigée Lebrun haar memoires op papier. Ze blikt hierin terug op haar tachtig jaar lange leven als portrettiste in achttiende-eeuws Parijs, aan het hof van Versailles en bij vorsten in Rusland, Italië en Pruisen. Aangezien de memoires pas achteraf zijn opgeschreven, wordt er heftig getwijfeld aan de feitelijkheid ervan. Dat neemt echter niet weg dat ze vol staan met spraakmakende anekdotes over haar leven en carrière. Zo schrijft ze dat zij er voor gezorgd heeft dat vrouwen stopten met hun haar wit of grijs te poederen – de schilderes kon zelf slecht tegen het haarproduct. Ze verbood daarom haar geportretteerden om gepoederd en al model te staan. Toen een – in Vigée Lebruns eigen woorden – beeldschone hertogin met ‘haren donker als ebbenhout’ bij haar model had gestaan en haar ongepoederde kapsel ook ging dragen in het openbaar, sloeg de nieuwe mode in als een bom.

Afbeelding: Elisabeth Louise Vigée Lebrun, Zelfportret, 1800, olieverf op doek, 78,5 x 68 cm, Hermitage St. Petersburg

‘Dagboek en brieven van Eugène Delacroix’ (1798-1863)
Waar kan ik het vinden? Bol.com (Nederlandstalig, 2007) en de Universiteitsbibliotheek heeft een exemplaar (Engelstalig, 1951).
Ook gratis op internet te vinden (Franstalig, ?)
http://www.correspondance-delacroix.fr/
Zeg je Franse Romantiek, dan zeg je Eugène Delacroix. Tot zijn bekendste werken horen De Vrijheid leidt het volk en de Dood van Sardanoplolus, topstukken uit het Louvre en bekend als opdruk voor menig koffiekop of t-shirt. Maar Delacroix was ook een fervent schrijver. Direct na zijn dood in 1863 werd zijn dagboek uitgebracht, samen met enkele van zijn belangrijkst brieven. Nu behoren deze geschriften tot een van de meest interessante egodocumenten uit de kunstgeschiedenis. Delacroix schrijft over zijn eigen werk, de opdrachten die hem te wachten staan, maar ook over de kunst die hij kon waarderen: Rubens’ schilderijen, Michelangelo’s beelden, de werken van Constable en de muziek van Mozart. In het bijzonder is het interessant om te lezen hoe Delacroix aan keek tegen zijn eigen imago dat hij als kunstenaar hoog te houden had in de snel veranderende wereld van de negentiende eeuw.

Afbeelding: Léon Riesener, Portret van Eugène Delacroix, 1842, daguerreoptype, Musée D’Orsay Parijs


0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder
WP2Social Auto Publish Powered By : XYZScripts.com