Kunstestafette: Mieke van der Meiden
Na een paar drukke weken vol met reizen, excursies en tentamens zijn we weer terug met de Kunstestafette. Het is dit keer de beurt aan eerstejaars Mieke van der Meiden, die een bijna hypnotiserend werk van Escher heeft uitgekozen. Veel leesplezier!
Toen ik als kind het boekje Escher, Tovenaar op papier van Bruno Ernst las (maar ook voornamelijk bekeek) was Escher (1898-1972) meteen mijn favoriete kunstenaar. De onmogelijke constructies en diertransformaties wilde ik met mijn kinderbrein maar al te graag begrijpen en tot vandaag de dag kijk ik nog vol fascinatie naar hoe Escher ruimtes en dieren vervormt met enorme precisie en oog voor detail.
De kunstenaar was voor mij dus geen moeilijke keuze, maar een specifiek werk als favoriet kiezen, dat was hele andere koek. Dan begin je met scrollen door de vele houtsneden die Escher heeft gemaakt, totdat er een werk is waar je oog steeds weer op valt en waar kom je dan op uit? Ringslangen. Deze waterslang is een van de drie soorten slangen die we in Nederland tegen kunnen komen en is het onderwerp van dit werk van Escher, toepasselijk getiteld: Ringslangen. Dit werk dat Escher in 1969 maakte, drie jaar voor zijn dood en tevens zijn laatste werk, is precies wat ik leuk vind aan Escher. In het eerste opzicht zie je een groen cirkelpatroon met uitstekende slangenkoppen, maar eigenlijk weet je nog niet wat je ziet. Hoe zit dat patroon in elkaar en hoeveel slangen zijn er eigenlijk? Zijn ze met de koppen aan elkaar verbonden of hebben ze toch gewoon hun eigen staart? Met je ogen volg je vluchtig van kop naar staart – of van staart naar kop, wat jij wilt – een slang door het groene vlechtwerk. Deze gaat door het vlechtwerk heen, kruist een andere slang, je bent afgeleid en opeens kom je bij een andere kop uit, dat kan niet kloppen. Oké, nog een keer, en nu langzamer. Ja, de slangen kloppen, geen enkele mist een staart of heeft er een extra en het patroon bestaan uit individuele groene ringen. Alles klopt, ondanks dat je ogen dat misschien niet meteen zagen.
Dit proces, dit avontuur dat je beleeft als je naar het werk kijkt, maakt het voor mij enorm leuk om te bekijken omdat dit zich herhaalt, iedere keer dat ik er naar kijk. Ik kan deze werken niet in één oogopslag vatten, ik moet er aandachtig naar kijken.
Maar waarom dan Ringslangen en niet een van zijn andere, misschien verwarrender werken? Ja, poe, vanaf hier is het puur subjectief. De kleuren, de rotatiesymmetrie, het onderwerp (slangen zijn cool), de onderliggende dynamiek van de formaat veranderende ringen, de combinatie van die slangen en de geometrie, kortom: ik vind dit werk heel mooi.
Nu kan ik de kans niet aan me voorbij laten gaan om het over wiskunde te hebben als ik het over Escher heb. Ikzelf vind dit wiskundige aspect leuk, maar ik denk dat dat niet hoeft om Escher te waarderen of te begrijpen. De kunstenaar was namelijk ook geen wiskundige. Hij was geïnteresseerd in onderwerpen die binnen de wiskunde ook bestudeerd worden en wilde voornamelijk een esthetisch beeld op papier zetten. Dat weerhoudt een kunstminnende wiskundige er echter niet van de verwante wiskundige onderwerpen aan te halen. Wat Escher interesseerde in Ringslangen was oneindigheid. Iedere rij ringen van gelijke grootte wordt verbonden door een rij kleinere ringen en ook die rij wordt weer door kleinere ringen verbonden, enzovoort enzovoort. Een zich herhalend patroon creëert deze vorm en ook al is deze tweedimensionale voorstelling eindig, een gevoelsmatige oneindigheid wordt zeker bereikt.
Ik hoop dat ik met bovenstaand stukje tekst mijn fascinatie en liefde voor Ringslangen heb kunnen laten blijken. Mocht je meer willen weten over Escher, wiskunde, slangensoorten in Nederland, schroom niet om me te appen of op de campus te benaderen. Ik help je graag verder.
Tot slot wil ik graag Fay Achterhof nomineren om de kunstestafette door te zetten. Ik ben benieuwd met welk kunstwerk zij ons gaat verblijden.
0 reacties