De horror en verhalen van Junji Ito

Gepubliceerd door Jonathan de Regt op

Een goed verhaal kan je ontroeren, laten lachen of je de stuipen op het lijf jagen. Maar wat ligt er nu precies aan de basis van een goed verhaal? Voor een goed verhaal heb je allereerst natuurlijk een aantal boeiende personages nodig. Je setting is ook erg belangrijk. Een goede setting kan iets zeggen over jouw hoofdpersonage en de wereld waarin deze leeft. Daarnaast is natuurlijk het allerbelangrijkste dat je een goede verhaallijn in elkaar weet te zetten. Er is echter een schrijver c.q. tekenaar die geen van deze principes toepast om zijn verhalen te vertellen. Er zijn geen goede verhaallijnen, interessante personages of fantasierijke settings te vinden op zijn pagina’s. In plaats daarvan worden de verhalen van Junji Ito (31 juli 1963- heden), de schrijver waar dit artikel over gaat, interessant door de vreemde, surrealistische concepten die de auteur beschrijft en afbeeldt.

Maar wie is Junji Ito eigenlijk? Junji Ito is een Japanse striptekenaar. Hij tekent en schrijft vooral horrorverhalen, waar hij bekend mee werd in de afgelopen twintig jaar. Om een beeld te krijgen van de horror en de bizarre concepten die hij op papier zet, kun je naar zijn bekendste werk kijken het zeshonderd pagina’s lange Uzumaki, voor het eerst volledig uitgebracht in het jaar 2000. In deze manga volgen we de bewoners van Kurouzo-cho, een dorpje aan de kust van Japan. In de loop van het verhaal gebeuren er steeds meer bizarre dingen, die allemaal te maken hebben met een vorm, namelijk de spiraal. Dit begint klein: een man gaat dingen verzamelen waar spiralen in zijn gegraveerd, waardoor hij een soort obsessie met deze vorm ontwikkelt. Het water in de rivier stroomt raar, waardoor er spiralen in te zien zijn. Naarmate het verhaal verder gaat, worden de vormen waarin de spiraal terugkomt in het dorpje steeds extremer, totdat het dorp zichzelf vervormt tot een spiraal, zoals je hieronder kunt zien. 

Illustraties op pagina 22 en 556 van Uzumaki (2000) van Junji Ito

Uzumaki laat zien waarom het werk van Junji Ito zo goed kan zijn. In al zijn verhalen neemt de schrijver een concept dat op het eerste gezicht helemaal niet eng is (wat is er nou eng aan een spiraal?) en trekt hij dit concept tot in het bizarre en surrealistische door, waardoor het je de kriebels geeft. Wat erg helpt om dit effect te versterken zijn de ontzettend gedetailleerde tekeningen in de manga’s van Ito. Hierdoor kun je creaties, de monsters en de vormen die de man met inkt op papier zet, volledig in je opnemen. 

In de meeste gevallen wordt iets minder eng als je er goed naar kunt kijken. Bij veel horrorfilms is het zo, dat wanneer het monster zich heeft laten zien, de film aanzienlijk minder eng wordt. Het mysterie is weg, waardoor je als kijker minder spanning ervaart. Ito’s monsters zijn echter zo raar, zo niet van deze wereld, dat langer staren naar zijn creaties juist helpt om je een gevoel van angst te geven. In die zin heeft zijn werk iets heel surreëels. Surrealisten willen hun werk vaak mysterieus maken, ze willen de kijker een raar onderbuik gevoel geven, alsof er iets niet helemaal klopt. Ito doet dit door aanpassingen te doen aan het menselijk lichaam en de natuur. Voorbeelden hiervan zijn de illustraties aan het begin van dit artikel. De meeste surrealisten bereiken dit onderbuikgevoel echter op een andere manier. Kijk bijvoorbeeld naar onderstaand schilderij van de surrealist Salvador Dalí (1904-1989). We zien een landschap, met in de verte een rotspartij en de zee. Op de voorgrond liggen drie uitgelopen klokken en een wezen dat nog het meest op een zeehond lijkt. Hoe langer men naar het werk van Dalí kijkt, des te gekker en mysterieuzer het wordt, net als bij de groteske illustraties van Junji Ito.  Het punt van veel surrealisten als Salvador Dalí was dan ook niet om mensen zijn schilderijen te laten begrijpen, maar juist om kijkers een glimps te geven van zijn dromen, zonder enige uitleg van het afgebeelde.

Salvador Dalí, The Persistence of Memory, 1931, olieverf op doek, 24,1 x 33 cm, MoMA, New York.

Dit principe van het werk van Dalí zien we ook bij Ito terug. Hij legt in zijn verhalen zijn concepten en creaties aan de lezer voor, maar hij legt ze, net als Salvador Dalí, niet uit. Een vrouw met een veel te lang gezicht, een vogel met het hoofd van een vrouw of een dorp in de ban van een spiraal: de creaties van Ito zijn allemaal sinister, luguber en niet te verklaren. En juist dat ongrijpbare, dat onverklaarbare in het werk van Ito, is waarom het zo eng is. Zoals H.P Lovecraft (The call of Cthulhu, the shadow over Innsmouth) ooit zei: ‘’de grootste angst, is de angst voor het onbekende.’’

Categorieën: ARTillerieHome

0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder
WP2Social Auto Publish Powered By : XYZScripts.com