Lothar Malskat: De vervalser die zichzelf aangaf

Gepubliceerd door Sem Winkel op

We hebben het natuurlijk allemaal wel eens voorbij zien komen: kunstvervalsingen. Meestal gaat het om schilderijen die ofwel directe kopieën van het origineel zijn, ofwel in de stijl van de betreffende kunstenaar zijn geschilderd. Maar hoe vaak komt het nou voor dat er fresco’s op 20 meter hoogte vervalst worden, en dat de vervalser zichzelf vervolgens bij de autoriteiten aangeeft? Dit is wel het geval bij Lothar Malskat (1913-1988). Hij vervalste een aantal ‘vroeggotische’ muurschilderingen. Hoe hij dat deed lees je in dit ARTikel.

Afbeelding 1: Lothar Malskat.

Lothar Malskat studeerde aan de kunstacademie in Königsberg, Duitsland (afb. 1). Vanwege zijn talenten en bescheiden karakter viel hij erg in de smaak bij de professoren. Na zijn studie ging hij in de leer bij historicus en bekend restaurator Ernst Fey. Met hem deed hij kleine frescorestauraties, totdat Fey in 1937 een grote opdracht kreeg. Hiervoor schakelde hij niet alleen Malskats hulp in, maar ook die van zijn zoon, Dietrich Fey. Ze moesten vroeggotische fresco’s, die onder een laag negentiende-eeuwse kalk waren ontdekt, herstellen in de kathedraal van Sleeswijk. Er was echter een flinke beer op de weg: de pigmenten waren vrijwel allemaal verloren gegaan. In plaats van hiermee naar buiten komen en te riskeren ervan beschuldigd te worden de middeleeuwse verf weggekrast te hebben, besloot Malskat om alles over te witten en naar eigen inzicht voorstellingen te schilderen. De Feys stemden hiermee in. Zo gezegd, zo gedaan. Toen de ‘restauraties’ af waren, sprongen de kunstexperts een gat in de lucht: er was een wonder gebeurd, want de fresco’s waren in hun volle glorie hersteld. 

Afbeelding 2: Hoofd in de kathedraal van Sleeswijk waarvoor Malskats zus Frieda model stond.

Wat zij echter niet wisten, was dat Malskat een paar instinkertjes aanbracht, dingen die hem door de mand moesten laten vallen. Hij wilde namelijk heel graag ontdekt worden. Roem, eer en erkenning voor zijn talenten: daar was hij op uit. Niemand trapte echter in het feit dat Malskat zijn zus als model had gebruikt voor een van de figuren, en haar een wel heel modern hoedje liet dragen (afb. 2). Nog wonderbaarlijker zijn de kalkoenen die Malskat schilderde in een fries van de ‘gerestaureerde’ fresco’s (afb. 3). Kalkoenen werden pas rond 1550 vanuit Amerika door de Spanjaarden naar Europa gebracht, dus dat gevogelte kon onmogelijk al in de dertiende eeuw op Duitse bodem hebben rondgelopen. Alle experts leken echter verblind door vreugde, waarop zelfs de geschiedenis even werd aangepast om de kalkoenen te laten kloppen. In de naargeestige tijden van de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog was een ontdekking als deze namelijk een enorme bron van licht in de duisternis. Geen enkele reden tot argwaan dus, zelfs niet als er schilderingen van een diersoort ‘ontdekt’ worden die toen nog helemaal niet voorkwamen. 

Afbeelding 3: Kalkoenen in de Dom van Sleeswijk.

Malskat, die voor een uurloon van slechts 1,20 mark per uur en tevens anoniem werkte, werd niet erkend voor zijn schilderingen, of ze nou wel of niet vals waren. Ernst en Dietrich Fey, bij wie hij in dienst was, kregen alle eer. Dit zat Malskat niet lekker. Na wederom vroeggotische muurschilderingen te hebben vervalst in de Marienkirche in Lübeck een tiental jaren later, waar het overigens zo ver was gekomen dat er vier miljoen postzegels werden gedrukt met daarop Malskats vervalsingen, besloot hij naar voren te stappen in de media door zichzelf aan te geven (afb. 4). Hij werd niet geloofd, en Dietrich Fey, met wie hij de werkzaamheden in Lübeck had verricht, bleef stug ontkennen en volhouden dat de schilderingen wel degelijk middeleeuws waren. In 1952 vroeg Malskat zijn advocaat om zowel hemzelf als Dietrich Fey aan te klagen wegens fraude. Als gevolg hiervan werd er een materiaalonderzoek ingesteld, waarbij aan het licht kwam dat alle muurschilderingen die Malskat had ‘gerestaureerd’ vals waren. 

Afbeelding 4: Postzegel ter gelegenheid van de 700ste verjaardag van de Marienkirche in Lübeck met daarop de vervalsingen van Malskat, 1954.

Na een celstraf van achttien maanden was de kunst van Lothar Malskat erg in trek: iedereen wist zijn naam, en iedereen wilde een echte Malskat kopen. Hij had zijn doel, namelijk erkenning, roem en naamsbekendheid, bereikt. Was het de gevangenisstraf waard? Voor hem klaarblijkelijk wel.


0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder
WP2Social Auto Publish Powered By : XYZScripts.com