Sebald Beham: een grote kunstenaar op klein formaat

Gepubliceerd door Jacqueline Bionda op

Lang is Sebald Beham ondergewaardeerd geweest wanneer het aankomt op de kunst uit de Duitse renaissance. Kunstenaars als Albrecht Dürer (1471-1528)  en Hans Holbein de Jonge (1497-1543)  stalen hierbij steeds de spotlight van hem. Daarom is het hoog tijd dat deze kunstenaar wat meer bekendheid krijgt.

Sebald Beham, Zelfportret, 1532, privé collectie

Sebald Beham (1500-1550) was een zeer creatieve geest die zich voornamelijk bezighield met prentkunst. Hij is geboren in Neurenberg en werkte later in zijn leven veelal in Frankfurt. Beham schilderde ook, maar in tegenstelling tot andere tijdgenoten legde hij de nadruk veel meer op de prentkunst. Beham behoort tot de ‘Kleinmeister’, een groep prentmakers van de generatie na Albrecht Dürer die voornamelijk kunst op klein formaat maakten. Dürer was de leermeester van Beham. De visuele overeenkomsten tussen hen zijn goed te zien in de stijl waarin zij beiden lijnen toepassen en het gebruik van houtsnedes. Bijzonder is dat Beham ook een tijdje glas-in-lood ontwerpen heeft gemaakt.

Sebald Beham, Paard dat naar links loopt, ca. 1528, houtsnede ca. 11,8 x 12,8 cm. Uit Traktaat over de verhoudingen van het paard. The British Museum, Londen

In 1525 werd Sebald Beham samen met zijn broer en Georg Pencz, allebei ook prentmakers, terechtgesteld voor ketterij en blasfemie. Ze werden verbannen uit Neurenberg omdat ze connecties hadden met het Lutherse geloof, wat door het katholieke stadsbestuur niet werd gewaardeerd. Maar al snel mochten ze terugkeren, omdat de stad drie maanden later Lutheraans werd. In 1528 pakte Sebald Beham echter weer zijn koffers, omdat hij plagiaat gepleegd zou hebben op een werk van Albrecht Dürer, die toen nog niet zo lang overleden was. Beham publiceerde dat jaar namelijk een traktaat over de verhoudingen van het paard – van Dürer verscheen rond dezelfde tijd een publicatie met de verhoudingen van de mens. Of er nu echt sprake was van plagiaat blijft de vraag. In 1531 vestigde Beham zich definitief in Frankfurt.

Sebald Beham, Jozef en de vrouw van Potifar, 1526, gravure 5,3 cm. diameter (publiek domein)

Vanaf 1535 begint Beham zich steeds meer te focussen op het maken van kleine gravures. Een voorbeeld van een gravure van Beham is die van Jozef en de vrouw van Potifar. Deze heeft een diameter van slechts 5.3 centimeter, een vergrootglas bij het bekijken hiervan is dus zeker geen overbodige luxe. Ongebruikelijk voor die tijd is dat je bij beide figuren de geslachtsdelen pontificaal ziet. Wel is dit typerend voor Beham, die wel vaker seks terug liet komen in zijn kunstwerken. Zo ook bij een ontwerp van een ‘behang’ waar hij saters en nimfen op afbeeldde – in ieder geval wel een leuk gespreksonderwerp voor als je visite hebt. En al maakte hij ook genrestukken en religieuze en mythologische kunst, het was vooral het expliciete naakt en seks waar Beham de meeste aandacht aan gaf. Bang om een andere weg in te slaan was hij dus zeker niet.

Sebald Beham, Een Stel Dwazen, 1540s, gravure 3,6 x 5,2 cm. The British Museum, Londen

0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder
WP2Social Auto Publish Powered By : XYZScripts.com