Abstracte lentelucht? Kunstwerk van de maand april.
Iedere maand zet de OSK een bijzonder schilderij in de schijnwerpers. Zo kon je eerder dit jaar al lezen over de Koorddans (1908) van Kirchner. In april gaan we terug naar de jaren zeventig met het werk Lush Spring van de Amerikaanse kunstenares Helen Frankenthaler (1928-2011).
Toegegeven, dit schilderij lijkt ons op een telefoon- of computerscherm weinig te vertellen: we zien verschillende tinten groen, blauw, wit, rood, oranje en beige in verschillende diktes aangebracht tegen een grijsblauwe achtergrond. Het is echter goed om je bewust te zijn van het formaat van het werk, want dit verandert de kijk erop drastisch. Het doek is namelijk zo’n twee bij drie meter. Sta je dus dicht op het werk, dan word je helemaal omsloten door Frankenthalers spel van vorm en kleur.
Het werken met een dergelijk formaat doek en dergelijke vormen is kenmerkend voor het abstract expressionisme, de kunststroming waar Frankenthaler onder wordt geschaard. Gedurende haar zestig jaar lange oeuvre is haar stijl en manier van werken behoorlijk veranderd. De eerste werken van Frankenthaler stammen uit de jaren vijftig. Hier zien we dat ze nog behoorlijk vasthoudt aan oude conventies uit de schilderkunst. Haar abstracte vormen zijn vaak samengeklonterd in een centraal compositie, waardoor je min of meer naar een figuur op een doek aan het kijken bent. Onder invloed van onder andere kunstenaar Jackson Pollock en kunstcriticus Clement Greenberg, gaat Frankenthaler steeds meer gebruik maken van het hele doek, zonder zich te centreren rond één punt. Dit leidt tot veel meer overkoepelende composities waaruit iedere vorm van betekenis is weggehaald. Het enige wat telt zijn de kleuren en technieken die de kunstenares toepast.
In lijn hiervan ontwikkelt Frankenthaler in de jaren zestig een eigen schildertechniek. In tegenstelling tot een normale bewerking met een laag gesso en grondverf, laat Frankenthaler het doek onbewerkt. Hier werkt ze dan met olieverf op, heftig verdund met terpentine. Hierdoor wordt de verf veel beter opgezogen door het doek, wat een doorzichtig aquarelachtig effect geeft. Tegen de jaren zeventig is Frankenthaler echter alweer afgestapt van deze techniek en ze begint te werken in acrylverf. Kenmerkend voor deze periode in haar oeuvre zijn grote fellere kleurvlakken die in elkaar overlopen. Bovendien speelt Frankenthaler in deze periode met de dikte van de verf: dikke en dunne lagen wisselen elkaar in sterke mate af. Dat zien we ook als we beter naar dit specifieke werk kijken. De bovenste grijze, en crèmekleurige strepen zijn dik aangebracht, terwijl het middelste groene, witte en lichtblauwe gedeelte is aangebracht met verdunde verf.
Dit geheel laat het werk leven en misschien doet het je zo wel denken aan een frisse lentelucht en het nieuwe groen dat in dit jaargetijde ontspringt.
0 reacties