“Ik ben al gaar, draai me om een eet me op.”
Zweet jij al uit je kamer, is ijs het enige waar je op het moment aan kan denken en is de ventilator je beste vriend? Dat is niet gek! De aankomende dagen zal het kwik namelijk niet onder de dertig graden komen, waarmee een landelijke hittegolf een feit is. Gelukkig hebben wij het nog lang niet zo heet als de volgende heilige. Ik heb het over de heilige Laurentius van Rome. Hij moest namelijk pas echt extreme temperaturen doorstaan. Vandaag is het de feestdag van deze markante heilige. Benieuwd naar zijn gloeiende levensverhaal? Lees dan snel verder!
Zijn legende vertelt ons dat Laurentius om en nabij het jaar 225 werd geboren in het huidige Spanje. Rond zijn dertigste ruilde hij zijn geboorteland in voor Rome om daar Paus Sixtus II van dienst te kunnen zijn. Eenmaal in de Eeuwige Stad werd Laurentius benoemd tot aartsdiaken. Dit betekende onder andere dat hij toezicht had op de kerkelijke schatkamer. Dit ging zo een tijdje goed tot het jaar 257. Na jaren van respectievelijke tolerantie ten overstaande van de christenen, kwam daar met de troonsbestijging van een nieuwe keizer, Valerianus genaamd, verandering in. Valerianus verbood de christelijke eredienst en sloot alle kerken. Hierdoor moesten Laurentius en zijn gelovige metgezellen hun werk voortaan heimelijk voortzetten.
In 258 droeg de paus dan ook het heilige misoffer op in de catacomben van de stad. In het publiek bevond zich echter een verrader en niet lang daarna werden allerlei prominenten uit de Kerk opgepakt en ter dood gebracht, waaronder de paus. De keizer, op geld belust door dure oorlogen aan de grenzen van zijn rijk, was echter meer gefocust op de rijkdom van de Kerk dan om haar leiders. En daarom liet hij een paar dagen na de executie van de paus, ook Laurentius oppakken. Hij beheerde immers de kerkelijke kas. Laurentius gaf toe dat hij wist waar de schatten zich bevonden, waarna hij aan de keizer om verlof vroeg om de rijkdommen te kunnen halen. De keizer stemde toe en Laurentius greep zijn kans. De aartsdiaken confisqueerde alle schatten, maar in plaats van dat hij ze naar de keizer bracht, deelde hij ze uit aan de Romeinse christenen. Al snel verzamelden veel armlastigen zich om Laurentius heen en met hen liep de diaken terug naar de keizer. Eenmaal terug in het paleis zei Laurentius, ‘Zie daar, de echte schatten van de kerk’, wijzend naar de armen die hij zo juist had geholpen. De keizer wilde Laurentius niet geloven, waarna hij opnieuw in de gevangenis belandde. De dagen daarop werd Laurentius gegeseld en geslagen, maar hij bleef zwijgen over de daadwerkelijk bestemming van de rijkdommen. Toen al het gemartel niet bleek te helpen beval Valerianus om het wreedste te doen wat een keizer met zijn onderdanen kon doen: het levend roosteren boven een smeulend vuurtje. Ook dit leek Laurentius zonder enig lijden te ondergaan. Nadat hij een tijdje op een kant had gelegen, zou het slachtoffer zelfs tegen zijn executeur hebben gezegd: ‘Kijk zielenpoot, de ene kant heb je al gaar gebraden, braad nu maar de andere kant, en tast toe.’
Het is niet duidelijk of Laurentius zijn eigen roostering heeft overleefd of dat hij na afloop nog is onthoofd. Feit is wel dat zijn doorzettingsvermogen later vele christenen heeft geïnspireerd en gemotiveerd. Tot op de dag van vandaag is Laurentius patroonheilige van onder andere Rome en Florence, maar ook dichter bij huis wordt Laurentius vereerd. Zo vinden we hem ook als patroonheilige van Rotterdam en voor bijna alle beroepen die met vuur te maken hebben zoals brandweerlieden, glasblazers en kolenbranders.
0 reacties