De Kledingkast van…. Thomas André Marie Bouquerot de Voligny

Gepubliceerd door Luuk Spee op

Revolutie! Daardoor wordt het laatste decennium van de achttiende eeuw in Frankrijk gekenmerkt. Na een gematigd begin in 1789 slaat de revolutie in 1793 door met de onthoofding van koning Lodewijk XVI, gevolgd door jaren van chaos en terreur.

In 1795 moet er terug rust komen onder het Directoire, een staatsbestel waarin vijf directeuren de meeste macht hebben.  De directeuren worden op hun beurt gecontroleerd door het parlement bestaande uit twee kamers: De Raad van vijfhonderd en de Raad van Ouden. Ondanks de economische crisis waarin Frankrijk zich dan bevindt, worden al die politieke ambten voorzien van uniformen vol gouddraad, struisvogelveren en zware mantels.  Vandaag in De Kledingkast van… bekijken we het portret van Thomas André Marie Bouquerot de Voligny (1755-1841) in het uniform van de Raad van Ouden (afb. 1).

Afb. 1: Onbekend, portret van Thomas André Marie Bouquerot de Voligny
in het uniform van de Raad der Ouderen, 1798-99,
olie op doek, Musée de la Révolution Française, Vizille 

Al voor de oprichting van het Directoire ontwerpt kunstenaar Jacques Louis David nieuwe kleding voor het revolutionaire Frankrijk (afb. 2). Weg met de ouderwetse pruiken, kousen en kniebroeken: Davids kostuums zijn gebaseerd op de klassieke oudheid met gedrapeerde mantels en tunica-achtige jassen. De latere uniformen uit het Directoire, waaronder het exemplaar dat Bouquerot de Voligny draagt, is hier duidelijk op geïnspireerd. Dit uniform werd voor het eerst gedragen op 17 februari 1798.   

 Afb. 2: Jacques Louis David, Uniform van een volksvertegenwoordiger in functie,
1794, inkt en waterverf op papier, 330 x 220 mm, Musée Carnavalet, Parijs

De rode wollen mantel, waarvan een identiek exemplaar ook nog echt bewaard is gebleven (afb. 3), is halfrond in vorm en versierd met palmbladeren en drietanden van blauwe wol.  In vorm doet de mantel erg denken aan de Romeinse toga’s. Dit kledingstuk wordt echter niet enkel over de rechterschouder gedragen – zoals bij de toga het geval is – maar over beide schouders. Hiermee doet de mantel denken aan een kledingstuk uit het Oude Griekenland dat de chlamys wordt genoemd. Zowel het Oude Athene als het Republikeinse Rome waren namelijk voorbeelden van beschaving. Ondanks het Grieks-Romeinse karakter van het kledingstuk is de mantel volledig een Frans product.  De stof komt uit Sedan, die dan weer werd gesneden in Parijs om vervolgens in Lyon versierd te worden. Eveneens verschillend met het Grieks-Romeinse voorbeeld is hetgeen wat men onder de mantel draagt.  Hier geen tunica of sandalen maar een ‘ouderwetse’ frak (jas), vest en een kniebroek. De hoed is ook een fantasiestukje uit de eigen tijd. Volgens de voorschriften moet het hoofddeksel versierd zijn met de Franse driekleur en in dit geval zien we die ook verwerkt in de sjerp om Bouquerot de Voligny’s middel.

Met al die pracht en praal zou je bijna vergeten dat de mannen moesten vergaderen in deze uitdossing. Gelukkig gebeurde dit maar zelden. De kleding werd voornamelijk gedragen bij ceremoniële gebeurtenissen.  Wat denk jij? Zouden onze leden van de Tweede Kamer er ook zo bij moeten lopen op Prinsjesdag? De excentrieke hoed hebben ze dan in ieder geval al mee.   

Afb. 3: Onbekend, Mantel van de volksvertegenwoordiger,
1798, rode wol met borduurwerk van blauwe wol,
2,9 m in diameter, Palais Galliera, Parijs

0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder
WP2Social Auto Publish Powered By : XYZScripts.com